Geplaatst door op zondag 13 oktober
Maandagmiddag 28 juni
Nog een klein beetje vermoeid zit ik achter de laptop. Vermoeidheid die voortkomt uit twee kortere nachten slapen. Misschien spelen de kilometers van de afgelopen 10 dagen ook een rol. De schone taak ligt bij mij om de periode rondom de langste dag samen te vatten in een blog. Lekker kort, zodat het ook goed wegleest. Ik en kort? Yeah right. Hoe ga ik dat in vredesnaam doen? Naast het feit dat hele leuke plannen niet doorgingen (langste dag avondrit, Fleur haar langste dag ochtendrit) in verband met het slechte weer (en iets met een EK-wedstrijd van Nederland), waren er veel ervaringen die ik graag deel. Ik heb geen idee waar te beginnen, dus zoals altijd…begin ik maar gewoon. En let op, dit is een longread.
De vorige keer keken we vooruit naar de weekenden rondom de langste dag. Het idee is simpel: er is zoveel daglicht op de langste dag, geniet zo lang als je wilt op de fiets van een mooie route. Op 26 juni zou ik met een aantal fietsmaatjes rondom Flevoland fietsen. Na het schrijven van dat blog, app ik een van de maatjes: tot de 26ste doe ik geen gekke dingen meer. Lekker rustig aan en die dag knallen.
Totdat ik een uitnodiging krijg om de 19de toch nog even een bakkie koffie te komen doen in Delft. Delft ligt ongeveer 190 kilometer bij mijn huis vandaan. Men voorspelt westenwind. Ik twijfel… helemaal niet lang, want deze kans wil ik niet laten liggen. Op vrijdag bouw ik een route langs een aantal hoogtepunten uit de routes van onze site. Ik zoek een watertappunt op voor onderweg, zoek uit hoe ik met het OV en fiets in Delft kom en zet op tijd de wekker. Een langste-dag-training noem ik het maar. 200 kilometer met westenwind naar het noordoosten, hoe moeilijk kan dat zijn? En zo werd de langste dag, twee langste dagen.
7u de wekker, om 8u op de fiets naar het station van Zwolle. Om 11u was ik op het afgesproken adres en om 13u vertrok ik voor 200 kilometer. Uiteraard een goede lunch gehad, voldoende eten mee en de route in de navigatie (en een reserve navigatie mee). Voor iemand die niet gewend is om veel te fietsen in de Randstad is het toch altijd weer even wennen aan de stoplichten. Op dat na, was het begin prachtig. Het weer was goed voor een lange tocht, 20 graden, wind in de rug. Met de tips van Fondo voor lange afstanden fietsen in mijn achterhoofd, begon ik vol discipline. Tot ik na 20 kilometer iemand in mijn wiel kreeg, die overnam en harder begon te fietsen, in de richting van Zoetermeer. “Oke, Peter, heel even mee doen kan geen kwaad!” Ik neem na een kilometer over en probeer het tempo vast te houden, iets hogere hartslag. Hij neemt weer over en tijdens de overname versnelt hij. Ik merk dat ik mijn gewenste hartslag zone moet laten gaan en pik weer aan. “Niet nog een keer hard overnemen”-denk ik. Nog geen 200 meter later haal ik die man weer in, harder dan nodig is, uiteraard. Hij neemt nog één keer over, kijkt mij aan en zegt: ik kan echt niet meer…waar moet je heen? Ik zeg: richting Zwolle. “Nee, Pleur op joh” krijg ik lachend terug. Even lachen, een dikke box, hij links en ik rechtdoor. Dat was leuk, maar niet heel verstandig. Dit gebeurt mij niet nog een keer denk ik.
Goed, gezien de lengte van dit blog houd ik het kort, dit overkomt mij nog 2 keer voor het punt dat ik mijn water bijvul bij een watertappunt in Hilversum. Ik ben nog niet halverwege, de wind draait langzaam naar het noorden, en ik spreek mijzelf toe…het is een trainingsritje, lage hartslag, geniet van de route.
Met een gedraaide wind wordt een stuk door de polder van Utrecht en Flevoland een mentaal spelletje. Lang solo rijden is best een mentale uitdaging als je net over de helft bent. Althans, ik heb altijd rond de 60-75% van een langere solo tocht, wat moeite. En als je dan door het Flevolandse rijdt, geen kip te zien, geen fietsers ook, met de wind schuin van voor en je hebt al 120-130 in de benen…dan vraag je je stiekem af…waarom deed ik dit ook alweer?
Gelukkig steek ik bij Harderwijk weer over naar Gelderland en wordt het, ondanks de toegenomen wind, weer een stuk leuker. Ik neem na 150km even de tijd om goed te rekken en te strekken en besluit de laatste 50 kilometer de hartslagzone (D1/Z2) los te laten en gewoon lekker te gaan fietsen. En rond half negen kom ik thuis, iets voor schema, en laat mij lekker vallen in een kinderzwembad. Heerlijk. Geslaagde training. Nu eten en herstellen. Tot de 26ste doe ik niets meer.
Ken je het verhaal van die wielrenner die rust nam? Ik ook niet. Vrijdag de 25ste heb ik al zes dagen niet op de fiets gezeten en besluit, niet eens tegen beter weten in, om toch de fiets te pakken naar ons mooie hoofdkantoor in Deventer (35km). We hebben vandaag een zakelijk afspraak op de fiets, klein rondje (35km) kletsen en kennismaken. Dat we daarna een drankje doen op het terras weet ik, en naar huis (35km weer), hoe lastig kan dat zijn…105 kilometer de dag voordat ik weer 200 kilometer moet fietsen. Verstandig? Misschien, misschien niet? Terug op de fiets naar huis weet ik het... dit is niet zo slim.
Dat rondje Flevoland met vier of vijf man, is door omstandigheden veranderd in een retourtje Amsterdam Den Helder met enkel nog Thomas. Gelukkig niet alleen. Wel weer 200+ kilometer. We beseffen voor de start ook wel dat dit ook op de kortste dag met zijn tweeën zou moeten lukken in daglicht. Nu genieten we van een relaxed vertrek en kan ik nog een soort van uitslapen (7u de wekker) voordat ik met de auto naar Amsterdam rijd. We lachen nog!
En zo vliegen de eerste 2 uur voorbij, op Purmerend na. Fiets nooit dwars door Purmerend. Gewoon niet doen.
Het werd een wisselende dag qua omstandigheden en route. Vertrek vanuit Amsterdam de polder in was snel en een groot deel van de heenweg hadden we de wind schuin iets van achteren. We pikten onderweg nog wat fietsers mee in ons wiel, wat altijd gezellig is. En zo vliegen de eerste 2 uur voorbij, op Purmerend na. Fiets nooit dwars door Pumerend. Gewoon niet doen. Het laatste stuk richting Den Helder, vanaf ongeveer kilometer 65, hebben we een toegenomen windkracht 3 a 4 vol op de snufferd. We moeten echt even kop over kop gaan rijden. Benen voelen dan nog heel fris, we hebben veel zin en besluiten beide dat de hartslagzone voor intensieve duur (D1/Z2) wel los gelaten kan worden en we fietsen een uur flink door. Dat voelen we wel als we in Den Helder aankomen. Daar moeten we nog dwars doorheen (ook niet aan te raden) om op de Promenade aan te komen. Heerlijke weg langs het water – achter de dijk. Heel veel ruimte om te genieten. Bij de vuurtoren stoppen we. 100 kilometer, tijd voor de lunch!
En daar maak ik een inschattingsfout. Het gekozen gerecht is pittiger dan verwacht. Ga ik daar nog last van krijgen onderweg? Meestal niet! Met een gevulde buik en gevulde bidons, vangen we deel twee aan. Langs de kustlijn, door de duinen, naar het zuiden. De wind blaast ons door de duinen heen. Het is een mooie dag, dus het is ook erg druk in de duinen. We houden met iedereen rekening en willen door fietsen, dat betekent vaak remmen en optrekken. Thomas trekt sneller weg dan ik en neemt iets meer risico met inhalen… na zo’n 25 kilometer merk ik dat aanzetten in combinatie met mijn maag/darmen een vervelende reactie geeft…oh je…toch verkeerd gegeten?
Het lijkt zo mooi op de kaart om een groot deel van de kustroute mee te pakken. Het eerste stuk was dan ook echt prachtig, maar daarna – na Bergen aan Zee (uit mijn hoofd) – hadden we enkel nog klinkers, klinkers en klinkers. En een paar kilometer is niet erg, maar dit was op een gegeven moment niet leuk meer. Ik gok dat we meer dan 30 kilometer klinkers hebben gehad op de terugweg. Dat in combinatie met een interne huishouding die zeker niet op orde was, zorgde bij 150 kilometer voor een noodpitstop. Gelukkig geen Dumoulinnetje nu de horeca weer open is. Dit scheelde iets, maar eten ging al niet meer sinds kilometer 100. Ook na 180 kilometer moest ik weer aan de rem trekken. Gelukkig voor het laatst.
Het niet eten brak mij ondertussen wel op. Na Bakkum hadden we de wind weer tegen gekregen. Overnemen lukte mij wel, doorrijden ook redelijk, maar mijn energie was ver te zoeken. Ik kan ondanks dat redelijk tevreden zijn over mijn werk en inspanning. Tot aan het bordje Amsterdam. Toen moesten we nog 10 kilometer dwars door Amsterdam heen. Met Thomas als ervaren Amsterdamse fietser voor mij uit. Met heel veel fietsers om mij heen. Zeg nooit, nooit: maar dit nooit meer. Met je racefiets door Amsterdam is gekkenwerk. Niet omdat je hard wilt fietsen, maar omdat er weinig overeenstemming lijkt te zijn tussen alle weggebruikers over de verkeersregels, niet alle fietsers recht fietsen, laat staan aan de goede kant of überhaupt op het fietspad, groen en rood lijken omgedraaid en de hoeveelheid aan prikkels die je kunt verdragen na 200 kilometer ook een limiet hebben. En dan ook nog in en uitklikken zonder uit je pedaal te schieten (niet gelukt).
Gelukkig was daar, na 209 kilometer, eindelijk het moment om definitief uit te klikken. Voldaan en leeg in het zonnetje op een dakterras. Het leven is dan heel mooi.
Ja, dit is echt heel leuk. Met twee – of zoals het plan was met meer – een hele dag onderweg zijn en ervaringen delen die alleen passen bij zo’n lange route. Goede momenten afwisselen met mindere momenten, veel praten aan het begin, aan het einde vooral met gebaren en knikjes. De beloning van het koude drankje na afloop en het eten (veel en lekker) en niet te vergeten de douche.
En dan als extra nog de blokjes op veloviewer of de extra gemeentes voor de gemeente challenge. Het is het allemaal waard.
Minpunten? Die zijn er ook. Maar dat moet je vragen als ik op de fiets zit...want na afloop is het eigenlijk vooral genieten van de inspanning die je gedaan hebt.
Beide routes kende flinke hoogte punten voor de fietser die geniet van zijn omgeving en het niet heel vervelend vindt om goed met andere weggebruikers om te gaan. Zo zijn de duinen bij Den Helder naar het zuiden echt prachtig. Is de Meije in Zuid-Holland ook zeker een aanrader. En kan het stuk Gelderland op de kop van Veluwe ook zeker een aanrader zijn. De route van Den Helder naar Amsterdam terug, daar valt nog wel echt aan te knutselen, want die zou ik, op de eerste kilometers na, niet nog een keer willen doen.
Langeafstand routes zijn bij voorbaat suboptimaal omdat je van A naar B wilt en soms ergens langs moet. Momenteel gaan al onze routes in een rondje, wellicht gaan we ook routes van A naar B aanbieden, dwars door het land. Laat ons weten wat je daar van vindt en deel je routes met ons.
En hierbij de twee routes die ik gereden heb, te zien via de club van racefietsroutes op strava.
route 1: Delft - Dalfsen
route 2: Amsterdam - Den Helder - Amsterdam
Disclaimer, beide routes moeten geoptimaliseerd worden voordat we ze als route zouden aanbieden op onze site.
Vul hieronder je e-mail adres in. Wij sturen je een code toe waarmee je een nieuw wachtwoord kan kiezen.